in de weg lopen 1.0
zo lopen dat dit hinder of een belemmering oplevert voor de doorgang of plaats van
iemand of iets; lopen op een wijze die iemand of iets hindert of belemmert in ruimtelijke
zin
Algemene voorbeelden
Hij vloekte binnensmonds en duwde een vrouw die in de weg liep opzij.
Het tactisch plannetje zoals de trainer het had uitgetekend, klopte langs geen kanten. En het was niet de eerste keer dat iedereen elkaar voor de voeten of in de weg liep.
Verdedigers proberen in de weg te lopen en de speler met bal onderuit te halen.
in de weg lopen 2.0
hinderlijk zijn in zeker opzicht, bijvoorbeeld doordat men het bereiken van een voorgenomen
doel belet, ergernis geeft door zijn aanwezigheid enz.
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Algemene voorbeelden
De ene keer stuurt zijn vader hem op vakantie omdat hij in de weg loopt, en de andere keer kan hij ineens niet gemist worden.
Om me niet in de weg te lopen bij mijn werkzaamheden had hij onze ontmoeting in het weekeinde laten plaatsvinden.